Een aannemer moet laten zien hoe hij in het werk de CO₂-uitstoot zo laag mogelijk krijgt. Daarbij kijken we ook welke circulaire materialen er worden gebruikt en wat de aannemer doet om reststoffen en –materialen (zoals snoeihout) opnieuw te gebruiken. Ter plekke wordt regelmatig gecontroleerd of het werk inderdaad duurzaam wordt gedaan.
Mooie voorbeelden zijn er genoeg. Zo zetten aannemers steeds vaker elektrische voertuigen in, maar ook gereedschap als elektrische heggenscharen en motorzagen. Daarbij gebruiken zij zo veel mogelijk groene stroom, soms opgewekt met eigen zonnepanelen. Ook gaan veel medewerkers vaker op de fiets. Op sommige plekken wordt groenafval ter plekke gebruikt als bemesting. Zo hoeft dit niet te worden afgevoerd, maar wordt het gebruikt als bodemverbeteraar bij bijvoorbeeld heesters.