Later aansluiten? Hogere kosten
WBA gaat buurten en wijken in één keer aansluiten op het warmtenet. Sluit je later aan, dan zullen de aansluitkosten veel hoger liggen. Deels komt dat door kostenstijgingen, maar ook omdat het realiseren van een enkele aansluiting veel duurder is dan direct bij aansluiting van de hele straat.
'De aansluitbijdrage is wettelijk gemaximeerd. Bij een na-aansluiting zal de kostendekkingsbijdrage aanzienlijk hoger zijn dan nu het geval is. De aannemer en de installateur moeten speciaal voor uw huis aan de slag. De straat moet opnieuw opengebroken worden en voor de werkzaamheden in huis moet nauwkeuriger bekeken worden wat de inspanningen en de kosten zijn. Een exact bedrag is niet te geven maar ga ervan uit dat de kosten aanzienlijk hoger zijn', aldus WBA.
Later aansluiten heeft meer nadelen:
Risico op wachttijden
En de planning kan een probleem worden. U vraagt om een aansluiting als het voor u als bewoner urgent is, maar het moment waarop die aansluiting feitelijk gerealiseerd kan worden, kan veel verder in de tijd liggen. Er kunnen wachttijden ontstaan naarmate in meer wijken woningen aangesloten worden.
Als je de vaste kosten van WBA afzet tegen het eerstvolgende beschikbare alternatief van de HR gasketel, namelijk de hybride warmtepomp (vanaf 2026 mag een HR gasketel niet meer verkocht worden), dan scoort WBA beter, want de hybride warmtepomp is duurder dan de HR gasketel en dus moet je jaarlijks meer reserveren voor vervanging daarvan. En je krijgt wel te maken met stijgingen van de netwerkkosten voor aardgas, terwijl je daar nog maar heel weinig van zult gebruiken.
Door deze ontwikkelingen mag je verwachten dat de prijsvergelijking in het vastrecht binnen 3 jaar zal opschuiven van een nadeel van het warmtenet naar een voordeel voor aansluiting op het warmtenet.
Daarnaast gaan de netwerkkosten voor het elektriciteitsnetwerk ook sterk stijgen door de elektrificering van de warmtevraag (met warmtepompen) en door het elektrisch rijden. Bovendien is het de vraag of het elektriciteitsnetwerk wel toereikend is indien we met z’n allen een warmtepomp gaan aanschaffen. Door in wijken voor een warmtenet te kiezen kunnen de kosten voor verzwaring van het elektriciteitsnetwerk op laagspanningsniveau verminderd worden.
Die koppeling met aardgas aan de prijs voor warmte van een warmtenet is gemaakt, omdat het grootste deel van Nederland (nog steeds) aardgas gebruikt voor de warmtevoorziening en er ook warmtesystemen zijn die gas gebruiken. Door deze koppeling wordt ervoor gezorgd dat een consument van warmte niet meer betaalt dan een consument die aardgas voor warmte en warm water aardgas gebruikt. Stijgen de gasprijzen? Dan stijgt ook het maximale warmtetarief. In de nieuwe warmtewet die in de maak is wordt deze koppeling mogelijk losgelaten, maar zover is het nu nog niet.
Bescherming tegen hoge tarieven
Na inwerkingtreding van de nieuwe Warmtewet (voorzien in 2025) gaat de ACM de aardgasreferentie verlaten. Warmtebedrijven moeten dan hun kostprijs aantonen. De ACM heeft de boekhoudkundige regels voor warmtebedrijven daarvoor al aangescherpt.
Warmtebedrijven mogen in de toekomst een bescheiden winstmarge aanhouden bovenop de kostprijs. De ACM vindt het belangrijk dat consumenten ook dan beschermd worden tegen extreem hoge tarieven en heeft de wetgever geadviseerd daarvoor aanvullende maatregelen te nemen.
Warmteleveranciers mogen uiteraard hun warmtetarieven wel onder de maximumprijzen vaststellen en WBA doet dat ook standaard.
Wat opvalt is dat als de consumentenprijzen voor aardgas relatief hoog zijn, en de ACM dus de maxima hoog vaststelt, WBA ruim onder de maximumtarieven blijft. Maar als de gasprijzen relatief laag zijn, zal WBA de tarieven net onder de maximumtarieven houden. De verklaring hiervoor is de volgende: WBA is onafhankelijk van aardgas voor de productie van warmte maar moet met de warmtetarieven wel de kostprijs en een marge verdienen. De kostprijs van warmte is voor WBA altijd lager dan wat andere warmtebedrijven nodig hebben met warmtevoorzieningen met aardgas. Maar als de gasprijs relatief laag is, is het kostenvoordeel voor WBA geringer.
Belasting op aardgas
De overheid zal het gebruik van aardgas zwaar blijven belasten om de transitie naar niet fossiele warmtebronnen te bespoedigen. Het effect daarvan is waarschijnlijk dat stoken op aardgas verhoudingsgewijs duurder zal worden dan warmte afnemen van een warmtenet met duurzame warmtebronnen.
Kijk op de website van WBA voor informatie over de warmtetarieven en hier vind je de warmtetarieven voor 2024.
De regulering van de warmtemarkt gaat verder dan het geval is voor de markt voor elektriciteit. Ook de totstandkoming van de tarieven voor warmte vindt anders plaats, zeker bij warmtenetten die nadrukkelijk insteken op verduurzaming.
ACM stelt maximumprijs vast
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft een belangrijke rol bij de bepaling van de maximumkosten die warmtebedrijven hun klanten in rekening mogen brengen. De ACM stelt jaarlijks in december de maximumprijzen voor warmte voor het hele komende jaar vast. Dit wordt gedaan om consumenten te beschermen tegen te hoge tarieven. De variabele warmtetarieven worden vastgesteld door aan de energieleveranciers de prijzen op te vragen voor de verkoop van aardgas aan kleinverbruikers. De maximale warmtetarieven ijlen dus na op de consumentenprijzen voor aardgas.
Scherpste warmtetarief
De Gemeente Amersfoort heeft in 2022 onderzoek gedaan naar alle tarieven van warmteleveranciers in de provincie Utrecht. Daaruit bleek dat WBA de scherpste tarieven hanteerde van de hele provincie. In 2023 behoorde WBA tot de warmteleveranciers met de scherpste warmtetarieven van Nederland.
Natuurlijk is de financiële afweging belangrijk bij het kiezen voor een manier om aardgasvrij te worden.
Eenmalige kosten
Aansluiting op het warmtenet brengt eenmalig vaste kosten met zich mee voor de aansluiting zelf, maar geen kosten voor onderhoud en afschrijving c.q. vervanging na laten we zeggen zo’n 15 jaar zoals bij een hybride warmtepomp.
Er zijn verschillende soorten kosten bij aansluiting op het warmtenet: aansluitkosten, leveringskosten en afsluitkosten.
De verschillende soorten kosten
Er is een onderscheid te maken tussen aansluitkosten, kosten voor het daadwerkelijk gebruik van het warmtenet (leveringskosten) en tenslotte kosten die bewoners maken als zij niet langer aangesloten willen zijn op het warmtenet (afsluitingskosten).
De aansluitkosten betaal je overigens pas op het moment van feitelijke aansluiting op het warmtenet. Dat zal dus ergens eind 2024 tot medio 2025 zijn.
Aansluitkosten
Wat de aansluitkosten betreft heeft WBA besloten tot een uniform aanbod voor onze wijken: “Normaalgesproken zijn aansluitkosten van een warmtenet afhankelijk van verschillende variabelen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld hoe lang de leiding moet zijn. Dus hoe ver uw huis van de hoofdleiding onder de straat staat en of dat uw cv-ketel zich naast de voordeur of op zolder aan de achterkant van huis bevindt. Elke wijk (en soms zelfs elk huis) heeft een andere opzet en dat maakt een vaste prijs berekenen lastig. Om bewoners toch een makkelijk aanbod te kunnen doen hebben we één prijs berekend voor deze twee buurten. Ook moeilijke aansluitingen gaan wij aansluiten voor deze prijs, zonder extra kosten. Het is wel goed om te weten dat aanpassingen aan uw bestaande binneninstallatie zoals radiatoren, die in vrijwel alle gevallen niet nodig zijn, wel voor eigen rekening zijn.”
Aansluitkosten per woning
De aansluitkosten per woning bedragen eenmalig € 8.789 (incl. BTW). Deze bestaan uit twee delen:
- De bijdrage aansluitkosten, wettelijk begrensd op € 5.337. Dit bedrag is het maximumbedrag dat de ACM toestaat voor 2023. Dat bedrag ligt nu dus vast, ook al stijgt het voor 2024 en 2025.
- De kostendekkingsbijdrage van € 3.452, bedoeld om een onrendabel deel te bekostigen.
De hierboven vermelde bedragen maken onderdeel uit van het aanbod van WBA dat gold voor huishoudens die zich vóór 15 januari a.s.2024 hadden aangemeld.
Leveringskosten
Het gaat bij leveringskosten om de variabele kosten voor het daadwerkelijke verbruik plus de vaste kosten (ook wel het vastrecht genoemd).
De vaste kosten bestaan uit drie componenten:
- Het meten van het verbruik (het meettarief)
- Het vastrecht voor verwarming en warm tapwater
- Het huren van de afleverset
De daarvoor geldende jaarlijkse kosten zijn door de ACM gemaximeerd en mogen niet meer bedragen dan: € 30,75 voor het meettarief, € 549,58 voor het vastrecht voor warmte, en € 140,88 voor de huur van de afleverset (bedragen zijn inclusief btw en golden in 2023). De tarieven voor 2024 zijn te vinden op de website van WBA. Zie eventueel ook Transparantie en maximum kosten. Daar wordt een analyse gemaakt van kosten in een fictieve situatie.
WBA hanteerde in 2023 voor de eerste en de derde component het maximale bedrag, maar bleef onder het vastrecht voor warmte (€499,58).
Geen kosten voor onderhoud en afschrijving
Een nadere beschouwing hierop leidt tot de volgende overwegingen. Je hebt bij WBA zelf geen kosten meer voor onderhoud en afschrijving. De vaste kosten van WBA vervangen de kostenposten die je nu nog wel jaarlijks hebt, zoals voor onderhoud en afschrijving van de gasketel, het vastrecht van aardgas en de netbeheerkosten voor het transport van aardgas.
Vaste kosten en netwerkkosten aardgasnetwerk
De vaste kosten bij WBA liggen wat hoger dan nu bij aardgas. Dat komt omdat WBA nieuwe investeringen moet doen in opwekcentrales en verwarmingsbuizen, terwijl het aardgasnetwerk al decennia in de grond ligt en bijna geheel is afgeschreven.
De netbeheerders hebben al wel aangekondigd dat de netwerkkosten van het aardgasnetwerk gaan stijgen, omdat de kosten over steeds minder huishoudens verdeeld worden en een deel van het gasnetwerk op is en vervangen moet worden.
Variabele kosten
De variabele kosten zijn afhankelijk van de kosten voor exploitatie van de warmtebronnen die WBA tot zijn beschikking heeft, en de marktprijs voor elektriciteit, die WBA moet inkopen. Als klant betaal je alleen voor de hoeveelheid warmte die je daadwerkelijk afneemt (het geringe verbruik van warmte voor de warmhoudfunctie van de afleverset even daargelaten). Het blijft dus zinvol om efficiënt met warmte om te gaan (isoleren, huis niet overal verwarmen, etc.).
Ook deze variabele kosten zijn door de ACM gemaximeerd. Die baseert zich daarbij onder de huidige regelgeving op de tarieven van aardgas in het voorgaande jaar. Je hebt dus met maximum tarieven met een na-ijl effect te maken. In de wet staat precies aangegeven hoe het variabele tarief berekend moet worden.
Tot nu toe slaagt WBA erin om zijn tarieven onder de ACM maxima te houden, omdat de kostprijs van warmte met de warmtebronnen die WBA gebruikt lager is dan warmte maken met aardgas. Wie warmte betrekt van WBA zal gemiddeld genomen goedkoper uit zijn dan bij het gebruik van aardgas.
De insteek van WBA is minder in rekening te brengen dan de toegestane maximumprijzen als het minder nodig heeft om uit de kosten te komen. De laatste jaren was dat het geval. Op de website van WBA zijn de tarieven van de afgelopen jaren te vinden (https://warmtebedrijfamersfoort.nl/?s=tarief).
Niet kostendekkend voor WBA
Het totaalbedrag is voor WBA niet kostendekkend. Het zal de komende 30 jaar via het vastrecht nog het ontbrekende deel van de totale aansluitkosten moeten terugverdienen. Eén van de redenen dat WBA ons nu dit niet kostendekkende voorstel doet is dat het onze wijken graag als ‘het eerste schaap over de dam’ ziet voor heel oud Amersfoort.
Extra kosten voor koken
Aardgasvrij brengt hoe dan ook kosten met zich mee in huis. Denk aan een elektrisch fornuis (inductie), een extra stopcontact en een extra groep in de meterkast. Reken daarvoor op een bedrag van ongeveer € 2.000 (een nieuwe pannenset is hierbij buiten beschouwing gelaten).
Al met al gaat het dus per woning om een eenmalige investering van circa € 7.500.
Afsluitingskosten
Stel je wilt van het warmtenet af – wat dan? WBA heeft bij afsluiting de plicht om de leidingen te demonteren en te verwijderen (d.w.z. de feitelijke aansluiting plus het WBA-deel van je binnen-installatie).
Het bedrijf volgt ook voor wat deze kosten betreft de ACM. Deze geeft aan dat voor een definitieve afsluiting van het warmtenet een bedrag staat van maximaal € 4.127,31.